donderdag 25 september 2014

Domino

Er is weer een nieuw programma op tv: 'Vragen om problemen'.
Nou heb ik er nog geen aflevering van gezien, maar ik zag een aankondiging en wat ik ervan meekreeg is het volgende:

Buurtbewoners hebben problemen met bijvoorbeeld een straat in een woonwijk. Deze straat laat verkeer in twee richtingen toe.
De twee presentatoren (hippe, jonge jongens - een donkere en een lichtgetinte) regelen (via via) een éénrichtingsbord, et voilà, buurt blij.
Opmerkelijk, want dit bord is niet officieel aangevraagd en de aanpassing van de straat - van tweerichtingsweg tot éénrichtingsweg - is nergens vastgelegd, aangekondigd of goedgekeurd.
Kortom; twee jochies spelen voor eigen rechter en maken mensen op die wijze gelukkiger.

Nou bestaat er al een 'rechter'-programma op tv; het welbekende 'De Rijdende Rechter'. In dit programma moet de 'officiële' rechter (hij is eigenlijk bindend adviseur/kantonrechter) ergens bijgehaald worden, omdát mensen vaak voor eigen rechter spelen. "Jij hebt een lelijk zwembad in je tuin staan, dus ik bouw een muur van 3 meter hoog tussen onze tuinen.", dat werk. "Nee nee nee", zegt meester Visser dan, "Je mag niet zomaar een muur van 3 meter hoog bouwen, dat moet eerst aangevraagd èn goedgekeurd worden".
Maar terwijl hij dat zegt, wordt dus elders in Nederland voor eigen rechter gespeeld, omdat een buurt dat toevallig wilt, twee jongens niks beters te doen hebben en daarom een verkeersbord gaan regelen! Kan meester Visser daar volgende week dus weer naar toe..

Stiekem denk ik daarom het volgende: programma's houden elkaar in stand.
Een makkelijke oplossing van programmamakers om 'deelnemers' en formules alsmaar uit te blijven melken zonder extra moeite of kosten. Bij bovenstaand voorbeeld is dat al helder, maar je kan bij bijna elk programma het opvolgende programma bedenken!
Denk met me mee:

1. Meisje kan aardig dansen, dus doet mee met So You Think You Can Dance.
2. Ze komt daar redelijk ver mee, maar haar agent, die ze inmiddels heeft, geeft aan dat ze nóg bekender wordt als ze ook gaat zingen.
Meisje doet mee aan The Voice of Holland. Helaas, zingen was toch niet haar ding.
3. Ze is echter inmiddels al wel een BN'er, dus reist mee met het gezelschap van Expeditie Robinson.
4. Ze leert in dat programma haar 'zelf' kennen en schrijft daarover een boek; dat presenteert ze in Koffietijd.
5. En in De Wereld Draait Door.
6. Ze wil nu nóg meer bekendheid (en geld) en doet mee aan Adam zkt. Eva. Er bloeit een hevige liefde op, maar omdat 'Adam' het celebrityleven niks vindt, houdt de relatie helaas geen stand.
7. Omdat ze nu beroemd en rijk is, hangen er veel fotografen en fans om haar huis. Zij geniet ervan, maar de buren zijn er niet van gediend en schakelen Bonje met de Buren in.
8. Die buren kunnen het meisje vervolgens gestolen worden en ze vlucht mee met het programma Ik Ben Een Ster, Haal Me Hier Uit!
9. Vanwege de negatieve publiciteit die ze krijgt via dat programma loopt de verkoop van haar boek hard terug en kan ze amper rondkomen. Tijd voor Een Dubbeltje Op Zijn Kant!
10. Het gaat steeds slechter met (de bekendheid van) het meisje. Mensen vergeten haar.. Velen jaren later schakelt het meisje Memories in omdat ze toch weer in contact wil komen met haar 'Adam'. Hij heeft daar echter geen interesse in..
11. Nog meer jaren later duiken er wat flarden uit haar boek en wat beelden van haar dansje op. Haar weelderige leven komt aan bod bij Het Mooiste Meisje van de Klas..

Zo; 11 programma's over één en hetzelfde meisje.
De gehele Nederlandse televisie móet dus haast onderling wel een soort van afspraak/deal hebben waarin staat dat deelnemers uitgemelkt mogen/moeten worden tot minimaal 10 programma's..
Probeer nu zelf ook eens zo'n domino-effect te bedenken met alle programma's die je kent/kijkt. Je kan vast nog veel verder komen dan 11!

Dat doet me denken.. Komt dat Domino-Day-gebeuren weer een keer op tv? Ik zie al direct een link met Help, Mijn Man Heeft Een Hobbie!
Of met Je Lijf Je Leven: "Ooeeh, gelukkig loopt de aorta nog!"...

woensdag 17 september 2014

Fun with Fabrics - part 7

Prinsjesdag. Elk jaar reageren we daar zo'n beetje hetzelfde op: De dag begint vooral met nieuwsgierigheid naar 'de hoedjes'. Naarmate de troonrede nadert gaan we eerst kijken naar de route van de Gouden Koets. Of eigenlijk naar Maxima. 'Oeh, wat zou ze nu weer voor iets prachtigs dragen?' Nadat we tegen elkaar gezegd hebben hoe mooi Maxima weer is en hoe zelfverzekerd en koninklijk Willem-Alexander dit jaar oogt, schuift de aandacht weer naar 'de hoedjes'. En daarom vandaag weer een Fun with Fabrics; dit keer over hoedjes!

Prinsjesdag 2011

De hoedjes op Prinsjesdag, daar is veel over te zeggen. Ze variëren enorm, het zijn vaak niet gewoon hoedjes maar complete statements en het zijn het soort hoedjes waar je niet achter wilt zitten ("Ikkannikszien!"). Maar waaróm dragen al deze vrouwen (alleen vrouwen) die oh zo opvallende hoedjes? Zijn hoedjes niet een beetje passé?

Wikipedia (jaja, ik weet het; Wikipedia is niet de waarheid, maar wat dan wel?) vertelt mij:
Een hoed kan gedragen worden als bescherming, als versiering, als hoofdbedekking voor ceremonies in bepaalde religies, als kenmerk van een groepsidentiteit en om een bepaalde stand aan te duiden. Nou denk ik zelf dat de reden voor het dragen van hoedjes op Prinsjesdag een 'all of the above' antwoord geeft: Je stand maak je goed duidelijk door je hoedje; is het een bescheiden vilten hoedje van de V&D of ben je naar een speciale hoedenmaker gegaan die van exclusieve witte pauwenveren jouw hoedje breit? Je groepsidentiteit valt daar goed mee samen; draag je je haar in zo'n soort makkelijke Jamaicaanse zak of is zichtbaar dat je urenlang stil hebt gezeten zodat jouw haar lokje voor lokje verweven kon worden met een authentiek Gothisch waaiertje? Religie is bij de Troonrede al een stuk spannender; het dragen van een hoofddoek of mijter straalt meteen heel veel uit.. Versiering spreekt voor zich; de kans is immers groot dat je op tv komt en dan wil je er nou eenmaal op en top uitzien! En dan tot slot nog de bescherming. Nou heb ik nog niet vaak (lees: nooit) Prinsjesdag uit de hand zien lopen, maar tegenwoordig kijk ik nergens meer van op. Dit jaar ging het er wederom rustig aan toe, maar het zou me niks verbazen als er volgend jaar eieren en tomaten en een koffertje rondvliegen richting elkaar! Slim dus om een stevig hoedje op te zetten.

Je hoedje op zetten.. Dat maakt weer een mooie brug tussen hoedjes en communicatie. Want wij in Nederland zijn dusdanig blij met hoedjes dat we er diverse spreekwoorden aan gewijd hebben.
'Ergens zijn hoed voor afnemen', 'Zich een hoedje schrikken', 'Onder één hoedje spelen'.. Veel hoeden dus nog in ons taalgebruik, terwijl er - los van Prinsjesdag - nog amper hoeden worden gedragen!
Want wat zie je de laatste decennia? Petjes. Zowel in het straatbeeld als in het taalgebruik: 'Er met de pet naar gooien', 'Jan met de Pet', 'Het gaat me boven de pet'..

Dus ik stel voor: Prinsjesdag gaat van Hoedjesdag naar Petjesdag; moderner, nog steeds ter bescherming, versiering en handig voor het maken van een statement, en bovenal: je kan nog eens wat zien als je achter iemand zit met een pet op!

vrijdag 5 september 2014

Vriend en vijand

Zoals jullie waarschijnlijk wel weten ben ik dol op schrijven. Gedachten op papier zetten. Frustraties van me afpennen. Emoties tot woorden brengen.
Wat ik erg waardeer is dat enkelen van jullie mij soms op de hoogte brengen van schrijfwedstrijden; want als er ook nog kans is om iets te wínnen met mijn schrijfsels, dan ben ik daar natuurlijk helemaal voor te porren!

Gisteren werd ik getipt op een schrijfwedstrijd van de METRO: schrijf een column met het thema 'vriend en vijand'. Leuk! Maar ook weer niet. Het thema is interessant en schrijven erover is leuk, maar ik ben niet (meer) zo van de METRO. Je weet wel, dat gratis krantje dat altijd verfromfraaid in de trein ligt.


Nou vraag je je af, wat heb jij dan tegen de METRO? Nou, van alles; er zitten ten eerste op de redactie van de METRO geen schrijvers. Er is dus eigenlijk al niet te spreken van een redactie. Alle artikelen zijn gekopieerd, hetzij vertaald of iets bewerkt, vanuit andere nieuwsbronnen. De nieuwsberichten zijn ten tweede geschreven voor een doelgroep waar ik mezelf niet onder reken: studenten, jonge starters die bij dure grote bedrijven willen werken om veel geld te verdienen, of jonge 'hippe' mensen die na hun studie, die papa en mama betaald hebben, er even lekker minstens vier jaar op uit gaan om te niksen. Ten derde, en hier heb ik me waarschijnlijk het meest om gefrustreerd: er stond een jaartje terug een artikel over de Disney Cruise Line in de METRO. De 'schrijfster' van dat artikel moest laten lijken dat ze op de boot geweest was; dat ze tussen Mickey Mouse en zijn vriendjes dagenlang over zee had gevaren. Maar dat had ze helemaal niet! Het stukje was gewoon een reclameboodschap, geplukt van de website van Disney Cruise Line, waar zinnen als "Je kunt er films kijken in de bioscoop aan boord van het schip" waren veranderd in "Ik heb toen films gekeken in de bioscoop aan boord van het schip". De horror! Dit is echt een doodsteek voor de journalistiek! En nota bene een artikel over Disney.. Dan heb je het dus echt dubbelop fout gedaan bij mij! Nee, de METRO is eerder mijn vijand dan vriend..


Maar toch vind ik het idee van een stukje schrijven over 'vriend en vijand' leuk, dus doe ik het gewoon buiten METRO om. Toevallig is dat wij thuis op onze koelkast een fortune-cookie-briefje (vinden jullie die koekjes stiekem ook zo vies? En dan toch opeten, omdat je zo graag dat briefje wilt lezen?) hebben hangen met daarop de tekst 'Wees een goede vriend en een eerlijke vijand'. Een beetje een onbekende, positievere variant op de 'Beter een goede buur dan een verre vriend'-uitspraak. De uitspraak op onze koelkast vind ik dan toch wat diepgaander, want wie kun je inderdaad beter hebben; een eerlijke vijand, van wie je wéét wat je van hem/haar kan verwachten of die goede vriend, die je misschien maar af en toe ziet, en die jou daardoor altijd kan verrassen, zowel positief als negatief?
Daarnaast.. Het thema van de METRO-columnwedstrijd is 'vriend en vijand' en wordt daar niet mee geïmpliceerd dat iedereen zowel vriend èn vijand is? Vrienden, wat zijn dat? Ze zijn er voor je, zijn geïnteresseerd in je, en accepteren je zoals je bent? En wat zijn vijanden dan? Zijn zij er niet voor je, zijn zij niet geïnteresseerd in je en accepteren zij je niet zoals je bent?
Ik bedenk me nu dat het woord 'vijand' sowieso nogal heftig klinkt, ouderwets ook. 'De vijand trok te velde en overmeesterde het gehele kasteel en haar inwoners', zoiets. En hoeveel echte 'vijanden' heeft een gemiddeld mens nou eigenlijk? Ik geen hoor. volgens mij. denk ik.. Ik ken wel mensen met wie het minder of absoluut niet klikt, maar die noem ik geen vijand van mij. Het woord vriend is daarentegen veel vrijer en minder beladen. 'Mijn hamstertje is als een echte vriend voor me', dat werk. En hoeveel vrienden heeft een gemiddeld mens dan, inclusief je hamstertje? En hoe meet je dat; volgens de verjaardagen die je bezoekt, volgens de lijst mensen waar je een Kerstkaart naar stuurt, volgens Facebook?

En dat brengt mij bij reden nummer 4 waarom ik niet graag schrijf voor de METRO. De schrijfwedstrijden van de METRO werken namelijk als volgt: je schrijft een stukje, plaatst dat op Facebook en via Facebook moet je dan zoveel mogelijk stemmen verzamelen. Dus veel Facebook-'vriendjes' betekent meer kans om te winnen. Schrijftalent? Maakt niet uit. Een goed stuk geschreven? Irrelevant. Mensen aan het denken gezet? Onnodig. Veel Facebook-vriendjes; je hebt gewonnen.
Dus nee, geen schrijfwedstrijden voor de METRO meer voor mij. Maar nu we het er toch over hebben wil ik deze blog gebruiken een nieuw spreekwoord in het discours te gooien: 'Wees liever een vijand van METRO, dan één van vele Facebook-vriendjes'.

vrijdag 22 augustus 2014

Onthand?

Gister was het zo ver; storing op werk. Vanaf een uur of 14.00 tot 16.30 hadden we geen toegang tot internet, de telefoons deden het 't eerste uur niet, en we zaten zelfs een ruime tijd in het pikkedonker. Jawel; ook de lampen hadden het begeven.
Ondanks dat het natuurlijk niet de bedoeling was dat we nu even niet konden werken (want dat is dan gewoonweg het geval; alles gaat tegenwoordig digitaal, dus zonder internet of telefoon valt er gewoonweg niet te werken!) ontstond er een verrassend sociaal schouwspel. Als het ware een experiment.

In plaats van te verzuchten dat ik nou niet verder kon werken besloot ik dus maar te gaan genieten van alles wat er nu om me heen gebeurde. En ja, het was een prachtig gezicht.
Mensen zochten elkaar op, pakten er lekker een kopje koffie bij en gingen praten. En niet gewoon de standaard kantoorpraatjes, nee, de gesprekken werden persoonlijker en gevoeliger. Nou denk ik zelf dat dat ook een beetje kwam omdat de helft van de lampen uit was gevallen en er daardoor al snel een intiem sfeertje ontstond, maar toch; een 'crisis'-situatie als het hebben van geen internet maakt iets los in mensen.

Natuurlijk voelden we ons allemaal in het begin erg onthand en bezorgd. Was het werk dat ik zojuist had gedaan wel goed opgeslagen? Hoe lang gaat dit duren? Ik móet vandaag nog wat kortsluiten met een leverancier; gaat dat nog lukken? Laatstgenoemde opmerking viel overigens niet heel goed, omdat het woord 'kortsluiten' nou niet bepaald adequaat was.. De storing was namelijk ontstaan vanwege meerdere kortsluitingen, die elk afzonderlijk (lees: ging veel tijd kosten) weer heropgestart/aangesloten (weet ik hoe dat werkt..) moesten worden.. Ja, de zorgen zaten er goed in!

Maar toch ontstaat er dan op een gegeven moment zo'n natuurlijke overgave; we leggen ons er bij neer. We gaan niet steeds proberen in te loggen op internet, nee, we gaan proberen elkaar wat beter te leren kennen. Prachtig!

Maar aan elk feestje komt een eind. In dit geval met het bericht 'Alles doet het weer!'. En dan komt dat moment dat je je inmiddels lege kopje koffie weer op moet pakken, naar je eigen werkplek terugwandelt en het gewone werk weer op gaat pakken. Weg gesprek. Weg intimiteit. Weg magie.
Iedereen gaat na verloop van tijd weer naar huis en je groet elkaar weer met de standaard groet 'Fijne avond'.

Maar toch, eventjes, heel eventjes, was het standaard werkleven doorbroken. En soms mag dat best even :)



Hup, de blog is uit; aan het werk nu jij! ;)

donderdag 14 augustus 2014

Eerlijkheidshalf blog

Al vroeg leren wij allemaal om eerlijk te zijn. Dat begint met relatief onschuldige vragen als 'Heb jij een koekje uit de koekjestrommel gepakt...?!'.
Die beantwoorden we dan volovertuigd met 'Nee hoor...', terwijl we met grote moeite onze puppy-ogen opzetten.

Later wordt onze eerlijkheid op de proef gesteld met vragen als 'Ben jij na dat schoolfeestje wel direct naar huis gefietst...?!' of 'Heb jij op die verjaardag echt niet aan de alcohol gezeten...?!' en 'Dus jullie hebben alleen maar elkaars handjes vastgehouden en gekust...?!'.

En jaar na jaar lukt het ons (ons mensen, ons vrouwen, ons creatieve geesten?) om altijd maar weer die puppy-ogen tevoorschijn te halen en volmondig 'eerlijk' te zijn.. Maar ja, dit zijn dan ook geen heel ernstige punten. Ok, dan is er een koekje minder, ok, dan ben je nog even elders een drankje gaan doen, ok, er zijn echt wel wat flessen bier en wijn doorheen gegaan en ok, die relatie tussen jou en je vriendje is wat minder onschuldig dan je ouders gehoopt hadden. Maar dat de waarheid op deze punten een beetje verdraaid wordt, is geen heel groot probleem, dunkt mij. Dat zal iedereen (ieder mens, iedere vrouw, iedere creatieve geest?) moeten beamen.

Maar dan zijn er, als je eenmaal volwassen bent, van die vragen, waar je met geen mogelijkheid, of zonder naar onderbuikgevoel, puppy-ogen bij op kunt zetten.
Ik heb het over de doodsimpele vraag 'Hoe gaat het met je?'.

Want laten we eerlijk wezen; uit gemak beantwoorden we die vraag vrijwel altijd met 'Goed', maar geheel eerlijk is dat volgens mij niet altijd..
Maar je weet stiekem ook wel dat de ander helemaal niet zit te wachten op een minder blij antwoord: dat kost meer tijd, want dan moet/gaat/wil de ander doorvragen. De ander kan door jouw antwoord óók in een minder blije bui raken, en dat wil je al helemaal niet. En je geeft tot slot een persoonlijk stukje van jezelf bloot, en als een lukraak iemand vraagt hoe het met je gaat, voel je je niet altijd op je gemak toe te geven dat je je vandaag eventjes wat minder voelt. Zou leuk zijn; een vage collega vraagt hoe het met je gaat en jij stort je levensproblemen bij hem of haar uit..
Niet doen dus.

In Amerika hebben ze hier slim op bedacht dat de vraag 'How are you?' vaak gewoonweg niets betekent. De vraag wordt gesteld, de vraag wordt altijd beantwoord met 'Goed' en niemand die eigenlijk echt geluisterd heeft naar het antwoord. Maar dat is weer een ander verhaal.

Waarom ik hier over na ben gaan denken is omdat een collega mij laatst vroeg hoe het met me ging. Het ging goed dus ik beantwoorde ook simpel met 'Goed'. Maar dat was blijkbaar niet voldoende, want ze vroeg vervolgens 'Waaróm gaat het goed?'.

En hoe stom het ook mag klinken, mijn eerste gedachte was 'Help'. Want nu moest ik opeens een verklaring neer gaan leggen waarom het goed met me gaat. En ja, dat is dan opeens best moeilijk!
Ik stamelde wat warrigs uit als 'Tja, ik ben lekker bezig met wat leuke opdrachten, het is mooi weer, ik ben gezond..'.
Maar dat voelde allemaal ook weer zo algemeen.. Mijn collega liep tevreden weg, maar daar zat ik, met de vraag in mijn hoofd waarom ik me nou eigenlijk zo goed voelde. Fijn!

Echt eerlijk zijn is blijkbaar nog best moeilijk. Het moeilijkste misschien wel tegenover jezelf. Dus daarom bij dit blog de opdracht; vraag jezélf eens hoe het met je gaat en zoek dan ook naar die waaróm. Het is heel makkelijk om te antwoorden met 'Goed' of 'Redelijk' of 'Belabberd', maar waaróm voel je je dan zo? Dat verklaart echt een hoop.
Zodra je dat gedaan hebt zul je zeker weten zeggen 'Zo, dat voelt goed!' (of redelijk of belabberd). :)

vrijdag 8 augustus 2014

Miniblogje Taal

Elke dag kijk ik even op Wikipedia wat er allemaal gebeurd is in het verleden op 'deze' dag. Staat daar iets opvallends tussen, dan denk ik daar over na, sta er even bij stil, of deel dat met mijn volgers op Twitter. Want ja, ook daar ben ik (sociaal?) actief. Of Twitter namelijk ook écht onder de 'sociale' media valt, dat blijf ik een lastig punt vinden.

Sociaal is mijn optiek interactief; 'in beide richtingen verlopend'. Nu is de regel bij Twitter vooral 'ik post, jij moet lezen'. De lezer kan uiteraard reageren of retweeten (lees rie-twieten), zoals dat heet, maar dat hoeft niet. Komt zelfs maar zelden voor. Dus in hoeverre is de actie 'enkel ontvangen' daadwerkelijk sociaal..? Na goed, daar wijd ik nog wel een keer een ander blog aan.

Nu wil ik het hebben over wat ik op Wikipedia zag staan over wat er vandaag allemaal ooit gebeurd is/waar deze dag voor staat.
Het is namelijk Vaderdag in Taiwan.
Waarom boeit dit mij?
Vanwege de taal.

In het Mandarijn (de taal die daar gesproken/geschreven wordt) wordt deze dag namelijk aangeduid met Bà Bà (爸爸).
En dit betekent zowel vader als 8-8 als 8 augustus!
Dat is toch ronduit prachtig!

Een koppeling van betekenissen in één woord die alles grijpen; zowel het feest op die dag als de datum zelf.
Ergens vind ik het dan jammer dat wij in ons Nederlands niet zo'n leuke woordkoppeling hebben zitten.
Ik probeer er één te bedenken, maar helaas..
Mocht je er zelf wel één weten; reply op mijn blog met je vondst! :)

vrijdag 1 augustus 2014

Fun with Fabrics - part 6

Volgens mij zijn er maar weinig vrouwen die geen of maar één tas hebben. Als ik thuis wat ga tellen, dan kom ik toch ook al snel aan de 10 tassen. Maar nee, ik ga het niet hebben over vrouwentassen en wat daar allemaal in zit en wat een vrouwentas allemaal zegt over de draagster. Nee, ik ga het hebben over de mánnentas.

Vroeger (en welk vroeger ik nu precies bedoel weet ik eigenlijk ook niet, ik bedoel vooral 'alles van vóór 10 jaar terug') had de man eigenlijk alleen maar een praktische tas. De dokter had een dokterstas, de klusser had de gereedschapskist (gezien zo'n kist het formaat van een tas heeft én een handvat, reken ik het gewoon tot de tassen hoor!) en het kantoormannetje had de aktetas. Dat werd later de laptoptas. 

Maar sinds enige jaren is de mannentas zichtbaar in het gewone straatbeeld. In het begin was dat wat onwennig ("Alleen vrouwen en homo's dragen toch tassies?"), maar nu lijkt het algemeen geaccepteerd. Het staat vaak juist heel mannelijk en stoer. Het doet ons vrouwen ook nadenken over wat de mannentasdragende man allemaal met zich mee zeult. Wij vrouwen stoppen namelijk zelf wel alles in onze tas, alsof we Mary Poppins herself zijn (sleutels, flesje water, mobiel, zakdoekjes, makkelijke schoentjes, extra sokjes, paraplu, make-up, vestje, zakjes lekkere thee die ze nergens hebben, kauwgom, etc.), maar wat hebben mannen eigenlijk bij zich?

Dumbbells? Gedroogde worst? Vieze blaadjes? 
Of ook gewoon zakdoekjes en handcrème en zo? 

Ik weet het niet. En dan te bedenken dat mannen juist vaak enórme tassen bij zich hebben! 


Tot nu. Want wat ik nú toch steeds vaker zie; ik snap het niet. Kleine wannabe-desingerstasjes die jongens als schoudertasje dragen, of nog erger, als 'nektasje'. 


Het straalt ten eerste alles behalve mannelijkheid uit; zo'n schattig tasje. Daarnaast kun je er niet veel meer in kwijt dan kleine dingetjes, en dan denk ik toch al snel aan lippenstift, spiegeltje, nagelvijl, etc. Of hebben die jongens een pak kaarten, een zakmes en een pakje condooms bij? 

Ik weet het niet.. Misschien dat ik het gewoon eens moet vragen aan een mannentas(je)dragende man.
"Hey man, mag ik jouw tassie ff vasthouden?" 

Tja...